De instellingen hebben invloed op de wijze waarop e-mail wordt verzonden, ontvangen en weergegeven.
Het is mogelijk dat u de configuratie-instellingen voor de e-mailtoepassing ontvangt als configuratiebericht.
Zie
Dienst voor configuratie-instellingen
op pagina
14
. U kunt de instellingen ook handmatig invoeren. Zie
Configuratie
op pagina
64
.
Als u de instellingen voor de e-mailtoepassing wilt activeren, selecteert u
Menu
>
Berichten
>
Berichtinstellingen
>
E-mailberichten
en selecteert u een van de volgende opties:
Configuratie
: selecteer de set die u wilt activeren.
Account
: selecteer een account die door de serviceprovider is verstrekt.
Mijn mailnaam
: voer uw naam of alias in.
E-mailadres
: voer het e-mailadres in.
47
Copyright
© 2006 Nokia. All rights reserved.
Ondertekening bijvoegen
: u kunt een handtekening definiëren die automatisch aan het einde van uw
e-mailbericht moet worden toegevoegd wanneer u het bericht opstelt.
Antwoordadres
: voer het e-mailadres in waarnaar de antwoorden moeten worden verzonden.
SMTP-gebruikersnaam
: voer de naam in die u voor uitgaande e-mailberichten wilt gebruiken.
SMTP-wachtwoord
: voer het wachtwoord in dat u voor uitgaande e-mailberichten wilt gebruiken.
Terminalvenster tonen
: selecteer
Ja
als u een handmatige gebruikersverificatie voor intranetverbindingen wilt
uitvoeren.
Type inkomende server
: selecteer
POP3
of
IMAP4
, afhankelijk van het type e-mailsysteem dat u gebruikt. Als
beiden typen worden ondersteund, selecteert u
IMAP4
.
Inkomende mailinstellingen
: selecteer de beschikbare opties voor POP3 of IMAP4.